Lourens Visser kondigt binnen een jaar na zijn aantreden gewijzigde regelgeving voor het CIO-stelsel van de Rijksoverheid aan. De eind 2020 gepubliceerde regeling bevat een duidelijke taakomschrijving voor de rol van CIO, het departementale CIO-stelsel en een ondersteunend CIO-Office. Maar het is vooral de tekst en inhoud van artikel 4.d en 11.a wat als opmerkelijk gezien kan worden. Lerend acteren en digitaal leiderschap wordt de norm.
Artikel 4) “De minister die belast is met de leiding van een ministerie draagt aan de departementale CIO met betrekking tot het ministerie in elk geval de volgende taken op:“
d. “het richten op en stimuleren van digitale transformatie en technologisch gedreven innovatie binnen het ministerie door het investeren in een cultuur van kennisdeling en door het lerend vermogen op het gebied van digitalisering binnen het ministerie te bevorderen“
Ook wordt in de Memorie van Toelichting het digitaal leiderschap van de CIO nader geduid en het leren van de behoeftes van de maatschappij centraal gesteld. Dit wordt vertaald naar:
“De rol van de CIO laat zich dan ook het beste samenvatten als de digitale leider die de informatievoorziening richting geeft bij het realiseren van dat deel vande maatschappelijke opgave waarbij digitalisering een oplossing zou kunnen zijn. Hij of zij is daarin de partner van de beleidskolom en het uitvoeringsveld van het ministerie”
Tegelijk groeit het Bureau ICT-Toetsing (BIT) door naar een onafhankelijk adviescollege ICT-Toetsing. Zij is daarbij vooral bedoeld als versterking op het gebied van lerend vermogen. Haar voormalige waakhond functie wordt meer overgedragen naar de CIO en het CIO-beraad. Het adviescollege ICT-Toetsing lijkt een, meer op signaleren en structureel leren, gerichte rol te krijgen. Dat lijkt ook een logische stap voor elke opgroeiende organisatie. De voormalige BIT-regels worden daarmee intrinsiek verankerd in het optreden van elke organisatie binnen de rijksoverheid op het ICT-dossier. En de focus op “ICT-projecten” transformeert naar digitaliseringsvraagstukken en de toegevoegde waarde voor de maatschappij.
Voorwaar een passende manier van opvolgen van adviezen uit de beleidsdoorlichting BIT en ontwikkelingen op het gebied van digitalisering opgetekend door de Tweede Kamer.
Geef een reactie