In het 2e en 3e kwartaal van 2019 voerde iX-Change Organisatieadvies in opdracht van de Stichting RIONED een onderzoek uit naar versterking van de semantische standaardisatie in het domein Stedelijk Water (riolering, persleidingen, gemalen enz). Dit domein is niet zo zichtbaar, al was het maar omdat deze belangrijke infrastructuur voornamelijk ondergronds gelegen is. Maar ook omdat het vaak al zo goed geregeld is, dat iedereen ervan uit gaat dat het werkt en blijft werken. Natte en vieze voeten, daar zijn we niet van in Nederland.
Het digitaal alles willen weten van deze ondergrondse infrastructuur, heeft evenwel een grote vlucht genomen. Integrale vraagstukken als energie-transitie en klimaatadaptatie zijn daar voorbeelden van. Om de complexe vragen die bij deze operaties voorkomen te kunnen beantwoorden, moeten nu vele bronnen aan elkaar geknoopt worden. Dat aan elkaar knopen gaat gepaard met elkaar (digitaal en analoog) leren verstaan.
Begrippen verschillen namelijk in de domeinen qua definitie en qua grondslagen. Ook de kwaliteit van de gegevens blijkt niet altijd expliciet vastgelegd. Alleen de betrokken vakprofessional heeft de begripsdefinities, en de datakwaliteit in zijn/haar hoofd. En die vakprofessional gaat steeds vaker binnenkort met zijn/haar welverdiende pensioen. Daarom willen organisaties die kennis expliciet vastgelegd hebben om deze te kunnen blijven raadplegen. Als deze GWSW-gecodeerde gegevens over de infrastructuur voor Stedelijk Water gecombineerd zouden kunnen worden met die uit het beheer van de openbare buitenruimte kan gericht gezocht worden naar oplossingen voor probleemgebieden. Probleemgebieden, die ontstaan waar overvloedige regenval teveel aanvoer op het riool brengt en waar water op de straat blijft staan. In hele vervelende situaties stroomt er zelfs water in gebouwen en kelders. Probleemgebieden kunnen ook ontstaan daar waar boomwortels de riolering beschadigen of zelfs perforeren. En het combineren van domeingegevens levert ook die situaties op waar noodzakelijk weg- en rioolonderhoud slim gecombineerd kan worden en zo kosten kan besparen en overlast kan beperken.
Dat betekent dat niet alleen de geografische (waar ligt ,staat wat), maar ook de vakinhoudelijke karakteristieken uit meerdere domeinen gevonden en gekoppeld moeten kunnen worden. En juist dat kan wanneer de gegevens gestructureerd zijn volgens een domeinstandaard én wanneer die domeinstandaarden onderling koppelbaar zijn. De bovengrond van de te beheren buitenruimte, de gebouwde omgeving, water en de ondergrondse infrastructuur en bodem worden dan als het ware aan en op elkaar geplakt. Er ontstaat dan een zogeheten digital twin (een digitale tweeling van de analoge werkelijkheid). Verandert er iets in de werkelijkheid, dan verandert dat direct ook mee in de digtale gegevensverzamelingen die de digitale tweeling vormen.
En als je naar het bovenstaande beeld van de digital twin van Stadshagen kijkt, is er niet alleen een digitale afbeelding gemaakt van de werkelijkheid, maar is er tegelijk gerekend met de gegevens van onderliggende bodem en rioolinfrastructuur om deze rekenexcercitie te kunnen doen. Een digitale tweeling bevat dus blijkbaar niet alleen statische actuele gegevens van de werkelijkheid, maar ook gegevens uit berekeningen. En die berekeningen kunnen zelf steeds vaker ook gevoed worden door de actuele gegevens (via sensoren gemeten) of statistisch berekende voorspellingen. De digitale tweeling geeft dan zicht op de polsslag van de stad, het natuurgebied, het recreatiegebied, een spoorinfrastructuur of een industrieel complex. We zien dan wat er wanneer gebeurt en met voorspellende programmatuur (gebaseerd op kunstmatige intelligentie AI) ook welke mogelijke gevolgen zich (gaan) voltrekken. En de sleutel daarvoor ligt bij een digitale standaard die het mogelijk maakt gegevens zo eenduidig qua betekenis te interpreteren.
Bovenstaand plaatje laat tegelijk mooi zien hoeveel aspecten en actoren daarbij betrokken zijn. Voor Stichting RIONED aanleiding om zich de vraag te stellen, waar ze gericht haar pijlen
de komende tijd op moet gaan richten. En ook waar de energie zit om de digitale motor zo te optimaliseren dat deze complexe afstemmingsprocessen in heel Nederland slim ondersteund kunnen gaan worden. En die informatie werd in dit onderzoek opgehaald en daarna met de sleutelspelers gedeeld en geverifieerd.
Geef een antwoord